VVTP, de Vereniging Vrije Theater Producenten, heeft te horen gekregen dat staatssecretaris Uslu van OCW tijdens het Kamerdebat bekend heeft gemaakt dat de overvraag voor de compensatieregeling 3 (28 november 2021 – 31 januari 2022) is goedgekeurd door het Ministerie van Financiën. Hiermee wordt het mogelijk om onder andere de vrije theaterproducenten, hun Zzp’ers, de uitvoerenden en de podia hun financiële steunaanvraag met betrekking tot de desbetreffende periode te vergoeden.
‘Dit is echt fantastisch nieuws voor de culturele sector,’ laten Boris van der Ham, voorzitter en Dian Hoelscher, directeur van de Vereniging Vrije Theater Producenten weten. ‘Eerder deze week hebben wij een noodkreet verstuurd naar staatssecretaris Uslu voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
De regeling die ons was toegezegd bleek ontoereikend vanwege een minder dan toereikend budget voor steun. Dan zouden er voor velen in de culturele sector grote problemen zijn ontstaan. We zijn verheugd te kunnen zeggen dat er echt naar ons is geluisterd. Staatssecretaris Uslu en haar beleidsmedewerkers hebben zich de afgelopen dagen enorm ingezet voor de problemen in onze sector. Met de compensatie die er nu gaat komen, kunnen we degenen die in onze branche werkzaam zijn tot 31 januari 2022 zoveel als mogelijk doorbetalen. Haar voorgangster minister Van Engelshoven heeft veel voorwerk gedaan, maar deze staatssecretaris heeft echt goed doorgepakt. We zijn daar enorm dankbaar voor,’ zegt Dian Hoelscher.
Met het geld dat onder andere de vrije theaterproducenten straks via het Fonds Podiumkunsten ontvangen, zullen ook de uitvoerenden en Zzp’ers zoveel als mogelijk betaald kunnen worden, want dat is een belangrijk onderdeel van de regeling.
‘Vooral deze laatste groep is enorm belangrijk voor de theaterwereld,’ zegt Boris van der Ham. ‘We kunnen het ons niet veroorloven om deze zeer gewaardeerde medewerkers kwijt te raken, want het kost veel tijd en geld om nieuwe mensen in dit vakgebied op te leiden. Met deze financiële toezegging zijn we ervan verzekerd dat we hen in ieder geval kunnen betalen tot eind januari. Vanaf begin februari geldt compensatieregeling 4 waarvan wij hopen dat deze een gelijke behandeling zal krijgen als regeling 3.’